In het verzorgingshuis
Geplaatst: 11 dec 2009 11:32
Het is lang geleden, maar vanmorgen was het weer zover.
Ik moet zo eens in de twee maanden mijn bloed laten onderzoeken en ga daarvoor naar het plaatselijke gezondheidscentrum. Helaas was het prikgebeuren verhuist naar het ernaast liggende verzorgingshuis, zodat de 'ouwetjes' onder de patiënten dan niet zover hoeven te lopen.
Deze morgen besloot ik zo gekleed als ik was, ter prik te gaan. In grijze legging met zwarte beenwarmers tot aan de knie, zwarte, platte laarzen en een tamelijk wijd, lang tuniek in de kleur grijs met een eveneens grijze brede riem, laag op de heupen. En uiteraard mijn zwarte jack, dat in de taille sluit met elastiek.
Ik geef toe dat de onder het jack uitstekende deel van de tuniek het beeld vormde van een rok.
De prikzusters zijn wel wat gewend van mij, (evenals de andere prikhalers) maar de bevolking van het verzorgingshuis uiteraard niet.
Bij het verlaten van de grote babbelruimte/prikruimte passeerde ik drie dames op leeftijd, waarvan er één duidelijk zij: “let op!” en daarbij in mijn richting keek.
Wel, het was duidelijk; ik was de bezienswaardigheid. Drie met mij meedraaiende, moeilijk kijkende hoofden.
Normaal loop ik in zulke gevallen gewoon door, maar niet vanmorgen.
“Goede morgen dames, is er iets?” vroeg ik beleefd en ging, hen om beurten aankijkend, bij hun tafeltje staan.
Een gruwelijk lelijk, oud wijf antwoordde op spottende toon: “nee hoor meneer” en daarna haar medetangen grijnzend aankijkend: “mevrouw!”.
Hoofdschuddend ben ik toen doorgelopen. Stom, ik had natuurlijk moeten zeggen: “dag dames, . . eh, heren”, want ze droegen alle drie broeken over hun uitpuilende, baggervette kont.
Jammer!
Ik moet zo eens in de twee maanden mijn bloed laten onderzoeken en ga daarvoor naar het plaatselijke gezondheidscentrum. Helaas was het prikgebeuren verhuist naar het ernaast liggende verzorgingshuis, zodat de 'ouwetjes' onder de patiënten dan niet zover hoeven te lopen.
Deze morgen besloot ik zo gekleed als ik was, ter prik te gaan. In grijze legging met zwarte beenwarmers tot aan de knie, zwarte, platte laarzen en een tamelijk wijd, lang tuniek in de kleur grijs met een eveneens grijze brede riem, laag op de heupen. En uiteraard mijn zwarte jack, dat in de taille sluit met elastiek.
Ik geef toe dat de onder het jack uitstekende deel van de tuniek het beeld vormde van een rok.
De prikzusters zijn wel wat gewend van mij, (evenals de andere prikhalers) maar de bevolking van het verzorgingshuis uiteraard niet.
Bij het verlaten van de grote babbelruimte/prikruimte passeerde ik drie dames op leeftijd, waarvan er één duidelijk zij: “let op!” en daarbij in mijn richting keek.
Wel, het was duidelijk; ik was de bezienswaardigheid. Drie met mij meedraaiende, moeilijk kijkende hoofden.
Normaal loop ik in zulke gevallen gewoon door, maar niet vanmorgen.
“Goede morgen dames, is er iets?” vroeg ik beleefd en ging, hen om beurten aankijkend, bij hun tafeltje staan.
Een gruwelijk lelijk, oud wijf antwoordde op spottende toon: “nee hoor meneer” en daarna haar medetangen grijnzend aankijkend: “mevrouw!”.
Hoofdschuddend ben ik toen doorgelopen. Stom, ik had natuurlijk moeten zeggen: “dag dames, . . eh, heren”, want ze droegen alle drie broeken over hun uitpuilende, baggervette kont.
Jammer!