stukje uit Femistyle van maart 2005
Geplaatst: 21 apr 2008 23:22
Hallo, ik vind dat de opdeling tussen man en vrouw erg kunstmatig is en voor een deel door de maatschappij word in stand gehouden, terwijl de natuur anders is ingesteld.
In iedere man zit immers iets vrouwelijks en in iedere vrouw zit ook iets mannelijks. Probleem is dat bij vele mannen hun vrouwelijke eigenschappen erg worden onderdrukt.
Ik noem mezelf “een vrouwelijke man”.
Reeds als kleuter voelde ik mij erg aangetrokken tot vrouwen en al wat daar mee te maken heeft (kledij, haardracht, ingesteldheid). Dit komt o.a. omdat mijn twee oudere zussen een groot deel van mijn opvoeding mee hebben bepaald. Ze namen me als kleine jongen overal mee naartoe. Ik vond dit erg leuk en aanzag mijn zussen dan ook als heldinnen. Vanaf 15 jaar heb ik mijn haren bewust lang laten groeien. Ik zat op school in de richting menswetenschappen in een gewezen meisjesinstituut ( een klas met 3 jongens en 22 meisjes ) en aangezien ik eerder een vrouwelijk voorkomen heb (middelgrote lichaamsbouw, geen brede schouders) viel mijn lange haardracht er niet direct op. We moesten blauwe kledij dragen. Voor een weddenschap ben ik eens eerst een dag en dan een hele week in blauwe rok met lange blauwe kousen naar school geweest. Al mijn medestudentinnen vonden dit fantastisch, iets wat meer jongens moesten doen. Ik heb voor deze “stunt” nooit een negatieve opmerking gekregen. De leraressen konden mijn zienswijze wel appreciëren. In de godsdienstlessen waren er vaak discussies over seksualiteit en ik stelde dat ik mij erg aangetrokken voelde tot het vrouwelijke en eigenlijk niets moest weten van veel mannen die zich macho voordoen. Vrouwelijk zijn is sociaal zijn, medemenselijkheid betonen, je kwetsbaar opstellen, je inzetten voor de evenmens. Ik ben geen homo, ook geen travestie en heb nooit de behoefte gevoeld om me tot vrouw te laten ombouwen.
In de lijn der verwachtingen ben ik verpleegkunde gaan studeren met meer dan 90 % vrouwelijke medestudenten. Vandaag werk ik als verpleger in een groepspraktijk met medici en paramedici. Mijn vriendin is ook verpleegster en heeft geen probleem met mijn eerder vrouwelijke ingesteldheid. Ik heb nog steeds lang zwart haar met op het uiteinde een ietsje krul. Als je van God of de natuur een mooie haardos hebt gekregen en je er goed mee staat, moet je die zeker niet wegknippen. Het voelt lekker aan om mijn lange haren als een ‘dekentje’ over mijn schouders te laten hangen. Zonder mijn lange haren zou ik een stuk van mijn identiteit verliezen. Op het werk steek ik mijn lang haar wel op. Kwestie van hygiëne en praktisch te blijven.
Wat kleding betreft draag ik geregeld een rok, minstens tot op de knie. Rokken zijn zeer elegante en praktische kledingstukken, ook voor mannen. Tijdens snikhete zomerdagen is een rok veel luchtiger dan strakke lange broeken. Dansen doe ik ook veel liever in rok, het is veel stijlvoller, van swingen over tango tot klassieke wals.
Als men kan kiezen tussen een rok of een broek dragen, heeft men een veel grotere keuzevrijheid. De meeste vrouwen die ik ken, staan zeker niet negatief tegenover mannen die rokken dragen en lange haren hebben. Het probleem ligt bij de mannen zelf. Door de macho-ingesteldheid van vele mannen, zal de doorbraak van “de man-in-rok” en de mannen met een zachtere ingesteldheid, spijtig genoeg nog niet voor morgen zijn. Er zijn wel een aantal mannen die in de beslotenheid van hun woning of tuin een rok dragen, doch niet daarbuiten wegens de druk van het klassieke rollenpatroon.
Met mijn getuigenis wil ik zeggen dat de emancipatie van de vrouw in mannelijke richting grotendeels is gerealiseerd. Vrouwen worden in alle maatschappelijke functies aanvaard, tot zelfs als legergeneraal. Vrouwen in mannenpakken en met korte snit, niemand die er iets van zegt. Mannen die sociaal zijn ingesteld, die met baby’s of kleine kinderen werken of het huishouden doen, worden dikwijls door ander mannen voor gek en niet vol aanzien. Aan de emancipatie van de man in vrouwelijke richting moet nog veel worden gewerkt. De “nieuwe man” is spijtig genoeg nog niet thuisgekomen. Hij steekt nog teveel in een “enge dwangbuis”. Groetjes.
In iedere man zit immers iets vrouwelijks en in iedere vrouw zit ook iets mannelijks. Probleem is dat bij vele mannen hun vrouwelijke eigenschappen erg worden onderdrukt.
Ik noem mezelf “een vrouwelijke man”.
Reeds als kleuter voelde ik mij erg aangetrokken tot vrouwen en al wat daar mee te maken heeft (kledij, haardracht, ingesteldheid). Dit komt o.a. omdat mijn twee oudere zussen een groot deel van mijn opvoeding mee hebben bepaald. Ze namen me als kleine jongen overal mee naartoe. Ik vond dit erg leuk en aanzag mijn zussen dan ook als heldinnen. Vanaf 15 jaar heb ik mijn haren bewust lang laten groeien. Ik zat op school in de richting menswetenschappen in een gewezen meisjesinstituut ( een klas met 3 jongens en 22 meisjes ) en aangezien ik eerder een vrouwelijk voorkomen heb (middelgrote lichaamsbouw, geen brede schouders) viel mijn lange haardracht er niet direct op. We moesten blauwe kledij dragen. Voor een weddenschap ben ik eens eerst een dag en dan een hele week in blauwe rok met lange blauwe kousen naar school geweest. Al mijn medestudentinnen vonden dit fantastisch, iets wat meer jongens moesten doen. Ik heb voor deze “stunt” nooit een negatieve opmerking gekregen. De leraressen konden mijn zienswijze wel appreciëren. In de godsdienstlessen waren er vaak discussies over seksualiteit en ik stelde dat ik mij erg aangetrokken voelde tot het vrouwelijke en eigenlijk niets moest weten van veel mannen die zich macho voordoen. Vrouwelijk zijn is sociaal zijn, medemenselijkheid betonen, je kwetsbaar opstellen, je inzetten voor de evenmens. Ik ben geen homo, ook geen travestie en heb nooit de behoefte gevoeld om me tot vrouw te laten ombouwen.
In de lijn der verwachtingen ben ik verpleegkunde gaan studeren met meer dan 90 % vrouwelijke medestudenten. Vandaag werk ik als verpleger in een groepspraktijk met medici en paramedici. Mijn vriendin is ook verpleegster en heeft geen probleem met mijn eerder vrouwelijke ingesteldheid. Ik heb nog steeds lang zwart haar met op het uiteinde een ietsje krul. Als je van God of de natuur een mooie haardos hebt gekregen en je er goed mee staat, moet je die zeker niet wegknippen. Het voelt lekker aan om mijn lange haren als een ‘dekentje’ over mijn schouders te laten hangen. Zonder mijn lange haren zou ik een stuk van mijn identiteit verliezen. Op het werk steek ik mijn lang haar wel op. Kwestie van hygiëne en praktisch te blijven.
Wat kleding betreft draag ik geregeld een rok, minstens tot op de knie. Rokken zijn zeer elegante en praktische kledingstukken, ook voor mannen. Tijdens snikhete zomerdagen is een rok veel luchtiger dan strakke lange broeken. Dansen doe ik ook veel liever in rok, het is veel stijlvoller, van swingen over tango tot klassieke wals.
Als men kan kiezen tussen een rok of een broek dragen, heeft men een veel grotere keuzevrijheid. De meeste vrouwen die ik ken, staan zeker niet negatief tegenover mannen die rokken dragen en lange haren hebben. Het probleem ligt bij de mannen zelf. Door de macho-ingesteldheid van vele mannen, zal de doorbraak van “de man-in-rok” en de mannen met een zachtere ingesteldheid, spijtig genoeg nog niet voor morgen zijn. Er zijn wel een aantal mannen die in de beslotenheid van hun woning of tuin een rok dragen, doch niet daarbuiten wegens de druk van het klassieke rollenpatroon.
Met mijn getuigenis wil ik zeggen dat de emancipatie van de vrouw in mannelijke richting grotendeels is gerealiseerd. Vrouwen worden in alle maatschappelijke functies aanvaard, tot zelfs als legergeneraal. Vrouwen in mannenpakken en met korte snit, niemand die er iets van zegt. Mannen die sociaal zijn ingesteld, die met baby’s of kleine kinderen werken of het huishouden doen, worden dikwijls door ander mannen voor gek en niet vol aanzien. Aan de emancipatie van de man in vrouwelijke richting moet nog veel worden gewerkt. De “nieuwe man” is spijtig genoeg nog niet thuisgekomen. Hij steekt nog teveel in een “enge dwangbuis”. Groetjes.